Twee dagen in de week is het H. en ik. Dan maak ik zijn keuzes. Spelen of slapen? Appel of banaan? Korte of lange mouw? Al tien maanden lang.
En soms ben ik hem kwijt
Dan doe ik maar wat. Denk ik te weten hoe zijn wereld in elkaar steekt. Simpel, eenduidig. Kul natuurlijk. Ik lieg als ik zeg dat ik alles snap.
Hij weet perfect hoe zijn wereld werkt. Honger is huilen. Leuk is lachen. Nieuwe mensen ontdooien. Het is net een mens in het klein. Buikschuivend gek hè?
Hoe harder ik ingrijp, hoe harder hij wegkruipt
Want begrijpen is vasthouden. Er zijn. Met mijn klep dicht. Die van mijn laptop. Of die grote mond. Die scheur die ons zo ontiegelijk hard kan verdelen.
Maar na kwijt zijn komt vinden
En dan is-ie daar. Natuurlijk is-ie daar. Op z'n buik voor de wasmachine. De wasjes volgen. Het klotsen van het water. Piep-piep van de knopjes.
Dan ga ik gewoon naast hem zitten. Zwijgen.
Zo simpel kan het zijn. Zo simpel is het.